Geen opzetboete bij ‘had moeten weten’ van btw-carrouselfraude:
boete #vernietigd voor wie ‘in the dark’ is gebleven
Afgelopen vrijdag 4 februari heeft de Hoge Raad belangrijke arrest gewezen. In dit arrest is voor het eerst geoordeeld dat échte wetenschap nodig is om iemand een #opzetboete te kunnen geven voor #btw-#carrouselfraude door een ander.
Onoplettendheid in de keten
Het gaat dus niet om de fraudeur zelf, maar om een ondernemer die ergens in een eerdere of volgende schakel heeft geleverd of geleverd gekregen, en wie onoplettendheid wordt verweten.
Belastingsanctie
Voor een ‘sanctie’ in de belastingheffing ligt de lat lager: wie niet voldoende heeft onderzocht en daardoor beter had moeten weten, kan worden geconfronteerd met ofwel de weigering van btw-vooraftrek, ofwel weigering van toepassing van een 0% tarief bij een internationale levering. In beide gevallen dus een extra strop van 21%.
Bestraffing
Maar als een boete voor ‘#opzet’ wordt opgelegd, moet die opzet ook kunnen worden #bewezen. En opzet houdt in minimaal ‘voorwaardelijk opzet’. En voorwaardelijk opzet betekent: er #weet van hebben er een #serieuze #kans dat het fout zit, en die kans ook #bewust #aanvaarden.
'Moeten weten' is niet 'weten'
De echte wetenschap was hier nu juist niet bewezen en dat kon ook niet op basis van de aangevoerde omstandigheden, oordeelde de Hoge Raad. Wel dat iemand ‘had moeten inzien’ dat het fout zat. Maar wat je #had #moeten weten, is nog geen #weten.
Gedrag achteraf niet relevant
In het bijzonder kon niet als basis voor opzet worden gebruikt – op het moment dat de aangiften zijn ingediend – dat naderhand geen openheid van zaken is gegeven of dat diegene het ‘laakbare van zijn gedragingen niet heeft ingezien’.
- Lees ook mijn commentaar onder deze uitspraak in NTFR 2022/623: https://www.ndfr.nl/content/NTFR2022-623
- Hoge Raad ECLI:NL:HR:2022:124: ???????https://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:HR:2022:124