Terug naar Korte berichten 19 May 2022

Btw-carrouselfraude; bewijsconstructie met SCAC verzoeken was kaartenhuis

Geschreven door: Vanessa Huygen

Btw-carrouselfraude; bewijsconstructie met SCAC verzoeken was kaartenhuis

Zeer lezenswaardige uitspraak die inzicht geeft in hoe men (niet) komt tot bewijs van betrokkenheid bij btw-carrouselfraude.

Deze ondernemer werd verdacht van wetenschap van btw-fraude ‘in de handelsketen’. Dat betekende hier dat hij zou hebben geweten van fraude door een afnemer in het Verenigd Koninkrijk (VK), en daarom ten onrechte nultarief (0% btw) heeft toegepast. Dat maakte zijn eigen (NL) aangiften omzetbelasting ‘opzettelijk onjuist’, aldus het OM.

Stap voor stap 

Om tot die vaststelling te komen, moeten een aantal stappen worden doorlopen:

- heeft de afnemer gefraudeerd?

- vond die fraude plaats met transacties ‘in de handelsketen’ van de verdachte ondernemer?

- wist de ondernemer daarvan?

De rechtbank benoemt het toetsingskader wanneer - fiscaal gezien - het nultarief wordt geweigerd. Belangrijk daarbij te onthouden dat de fiscale sanctie ook geldt als iemand niet ‘wist’ maar wel ‘had moeten weten’. Strafrechtelijk is bewijs van ‘weten’ vereist.

Bewijsconstructie kaartenhuis

De Belastingdienst heeft zich vooral gebaseerd op informatie uit SCAC verzoeken (vereenvoudigde fiscale informatieverzoeken binnen de EU). De Britse Belastingdienst (‘HMRC’) had van zeven afnemers gesteld dat zij ‘missing trader’ waren. Oftewel, dat zij geen btw-aangiften in het VK hadden gedaan dan wel met de intentie niet af te dragen.

Het niet-doen van aangiften of betaling achteraf maakt nog niet perse fraude. In het VK was weinig vervolgonderzoek gedaan, bij navraag kon in veel gevallen fraude niet worden vastgesteld. In zes van de zeven gevallen kon het HMRC helemaal geen fraude vaststellen. Of niet vaststellen dat fraude had plaatsgevonden in de relevante handelsketen met de ondernemer. In het ene geval dat fraude mogelijk wel in die keten had plaatsgevonden, was niets vastgesteld over wetenschap van de ondernemer.

Kortom, het kaartenhuis van bewijs rammelde aan alle kanten.

Belangrijke pijlers in het bewijs volgens het OM waren verder Whatsapp-berichten en ‘kenmerken van btw-carrouselfraude.

Whatsapp lastig bewijs

In Whatsapp was echter geen ‘smoking gun’ aangetroffen. De rechtbank merkte daarbij op dat voorzichtigheid is geboden bij interpretatie van berichten, omdat daarnaast sprake zal zijn geweest van andere vormen van communicatie zoals telefonisch of fysieke contacten. Bovendien waren berichten geregeld (opportunistisch) als één doorlopende reeks berichten gepresenteerd, terwijl in werkelijkheid sprake was van aanzienlijk tijdsverloop tussen verschillende appjes.

Kenmerken van btw-carrouselfraude

Over de ‘kenmerken’ was de rechtbank zo mogelijk nog kritischer. Het OM had een lijst aangehaald maar niet onderzocht dat die kenmerken ‘het vermogen hadden een frauduleuze handelsketen te onderscheiden van een legale keten’. De kenmerken waren erg algemeen en overlapten veel.

Het aanwezig zijn van veel (relevante) kenmerken zou voor de ondernemer een indicator kunnen vormen dat sprake is van btw-fraude in de keten en daarom aanleiding geven voor nader onderzoek. Maar het levert als zodanig geen bewijs op van fraude of wetenschap daarvan in specifieke handelsketens.

Vrijspraak

Slotsom: de rechtbank komt tot vrijspraak op alle punten.

 

Bronnen:

 

https://www.linkedin.com/posts/huygenvandyck_gefraudeerd-handelsketen-wist-activity-6933054816432611328-zHt7