Conclusie A-G Wattel: box 3 discrimineert en moet gecorrigeerd worden.
Niet wegens inbreuk eigendomsrecht, wél wegens bovenmatige belasting van ondergemiddelde spaarders.
De A-G acht #onwaarschijnlijk dat Hoge Raad voor 2017 wél op #stelselniveau zou willen ingrijpen wegens ‘inbreuk #eigendomsrecht’. Sleutelen aan het systeem is immers aan de wetgever.
Maar: bij toetsing aan het #discriminatieverbod doet niet ter zake of sprake is van een #buitensporige last’, alleen of er #geprivilegieerd wordt zonder (voldoende) rechtvaardiging. Box 3 gaat uit van een gemiddeld te behalen rendement. Dat ‘gemiddelde’ impliceert onontkoombaar dat #ondergemiddelden - per #definitie - het gemiddelde #nooit kunnen #inhalen. Overbelasting van de ondergemiddelden per is het systeem. Dit levert een systemische schending van het discriminatieverbod op, aldus de A-G.
Bij invoering in 2001 had box 3 een principieel ander karakter, toen waren er vrijwel geen onder-de-vierprocent-risicomijders. Maar na de kredietcrisis werd alles anders.
Conclusie: A-G Wattel adviseert de Hoge Raad om box 3 2017 én 2016 overenigbaar te verklaren met het discriminatieverbod en het vooralsnog aan de wetgever over te laten de stelselmatige discriminatie op te heffen.