Na #vrijwillige #verbetering mag #drukmiddel #informatiebeschikking, aldus A-G IJzerman.
“inspecteur [mag] na het #inkeerverzoek mag vragen naar de herkomst en besteding van het vermogen en naar overige ‘inkomsten, vermogens, erfenissen of schenkingen’. Van een belastingplichtige mag namelijk in redelijkheid worden verwacht dat die #volledige #openheid van zaken geeft. De inlichtingenplicht kan dus ook zien op nog #onbekende #buitenlandse #bankrekeningen.”
Maar: informatiebeschikking mag niet ingezet als drukmiddel, als die toch niet (meer) tot omkering kan leiden.
RB: bewijslast was al omgekeerd wegens ‘niet de vereiste aangifte’ (lees: geen of veel te lage belastingaangifte). 2x omkering kan niet. Dan past een informatiebeschikking ‘niet binnen de interne richtlijn’, gaf de Belastingdienst ter zitting toe.
Staat de eerste omkering nog niet vast, dan mag informatiebeschikking wel. Binnen toelaatbare grenzen, vragen die:
1. relevant kunnen zijn voor de belastingheffing van deze belastingplichtige, en
2. géén ‘fishing expedition’ inhouden (vissen naar wat er misschien eventueel nog meer zou kunnen zijn maar waarvoor enig aanknopingspunt ontbreekt).
Vragen over ‘nog onbekende rekeningen’ kunnen dus te ver gaan.