Vergoeding proceskosten intrekken incidenteel hoger beroep
De uitspraak van de rechtbank kan meerdere kanten op gaan. Zo kan de rechtbank de ene partij in het gelijk stellen of ongelijk geven of allebei de partijen een beetje gelijk geven. Als de partij die in het ongelijk is gesteld of gedeeltelijk in het ongelijk is gesteld, het daar niet mee eens is, kan die in hoger beroep gaan. De andere partij kan dan in die hoger beroepsprocedure bij verweerschrift incidenteel hoger beroep instellen. Deze optie geeft de partij de mogelijheid om de oordelen van de rechtbank waar de andere partij zich niet op richt, alsnog in hoger beroep behandeld te laten krijgen. Als de inspecteur de partij is die van dit incidentele hoger beroep gebruik maakt, dan mag de belastingplichtige daarop reageren (in een verweerschrift) en ter zitting. Trekt de inspecteur op enig moment het incidentele hoger beroep in, dan hoeft het gerechtshof daarover geen oordeel meer te vellen. De belastingplichtige heeft echter wel kosten gemaakt om te reageren op dat incidentele hoger beroep. De Hoge Raad heeft op 30 september 2022 geoordeeld dat de belastingplichtige vervolgens een vergoeding moet krijgen van de hiervoor gemaakte kosten. Die vergoeding wordt bepaald op basis van het Besluit Proceskosten Bestuursrecht.
Voor het tijdschrift FED schreef ik bij dit arrest een commentaar.