Verzoek ambtshalve vermindering
Een belastingplichtige kan binnen zes weken bezwaar maken tegen een aan hem of haar opgelegde belastingaanslag. Daaronder valt ook de navorderingsaanslag. De inspecteur beoordeelt vervolgens of de argumentne van de belastingplichtige hout snijden en dus of een aanpassing van de belastingaanslag nodig is. Als een belastingplichtige te laat bezwaar maakt, dan kan hij verzoeken om een ambtshalve vermindering van de betreffende belastingaanslag (artikel 65 AWR). Een inspecteur merkt een te laat bezwaarschrift automatisch aan als een verzoek om ambtshalve vermindering. De inspecteur is niet verplicht om uitvoering te geven aan een verzoek om ambtshalve vermindering. De praktijk wijst echter uit, dat de inspecteur daar mits voldaan is aan de voorwaarden, wel in meegaat. De regels wanneer en waarom een inspecteur moet voldoen aan een verzoek ambtshalve vermindering zijn nader uitgewerkt in het besluit Fiscaal Bestuursrecht. Uit deze regels volgt dat de inspecteur een verzoek om ambtshalve vermindering afwijst, indien (niet volledig): (i) de belastingplichtige niet de vereiste aangifte heeft gedaan; (ii) de belastingplichtige niet heeft voldaan aan een aantal wettelijke verplichtingen uit de AWR (onder andere informatie-, administratieplicht); (iii) de belastingplichtige er redelijkerwijs niet voor in aanmerking komt; (iv) sprake is van nieuwe jurisprudentie of niet beleid; (v) de termijn van vijf jaar na het einde van het kalenderjaar waarop de belastingaanslag betrekking heeft, is verstreken.
In het fiscale tijdschrift FED schreef ik een commentaar over deze materie.