+31 (0)20 - 22 69 018
info@huygenlammersadvocaten.nl
Cliëntenportaal
Terug naar Commentaren
10 September 2024
De Hoge Raad geeft in dit arrest aan hoe het ‘toestemmingsvereiste’ moet worden uitgelegd. Dit gaat over de interne toestemming van het Directoraat-generaal Belastingdienst (DGBel) en de directeur van de Belastingdienst/Grote Ondernemingen (hierna: deDGO) - simpel gezegd van het topniveau, die de inspecteur nodig heeft als die een boete aan een deelnemer wil opleggen. Deze toestemmingseis is vastgelegd in § 2.6 BBBB (besluit bestuurlijke boeten belastingdienst).
Uit dit arrest is duidelijk geworden dat die toestemmingseis, ondanks dat het niet in de wet maar in het BBBB is opgenomen, niet alleen maar een interne eis is. De achtergrond van het toestemmingsvereiste is namelijk een waarborgfunctie. De Hoge Raad oordeelde daarom dat de rechter wel degelijk inhoudelijk mag toetsen en niet alleen óf de toestemming is verleend, maar ook of die toestemming zorgvuldig tot stand is gekomen. Dat laatste betekent dat ook van belang is welke informatie is verstrekt (of juist achtergehouden) om de benodigde toestemming te krijgen. De rechter moet namelijk kunnen toetsen of door de wijze waarop de toestemming is verkregen, daadwerkelijk de waarborg is geboden die met de regeling bedoeld is.
Lees verder in mijn commentaar voor NTFR.
Lees hier het integrale arrest Hoge Raad 6 september 2024, ECLI:NL:HR:2024:1132