Crypto-inkomsten belast als inkomen, maar niet beboetbaar
De rechtbank ziet het ontvangen van 4% commissie op handelstransacties als in box 1 belast resultaat uit overige werkzaamheden. Door de omvangrijke en actieve uitvoering van cryptohandel waarmee structureel winst werd behaald, komt de rechtbank in dit uitzonderlijke geval tot het oordeel dat sprake is van belastbare inkomsten in plaats van passief box 3 inkomen. Maar de boete wordt vernietigd. Waarom komt de rechtbank tot dit oordeel?
Geen boete bij pleitbaar standpunt
Voor de boete oordeelt de rechtbank dat X een pleitbaar standpunt had. De jurisprudentie over de vraag wanneer er bij beleggingstransacties precies sprake is van meer dan normaal, actief vermogensbeheer is schaars en erg casuïstisch. Ten aanzien van de handel in cryptovaluta was (en is) er nog minder jurisprudentie, laat staan dat er richtinggevende arresten van de Hoge Raad waren. De informatie die ten tijde van het doen van aangifte beschikbaar was, bood voldoende aanknopingspunten om te verdedigen dat inkomsten uit handel in cryptovaluta, net als andere beleggingsinkomsten, als regel (juist) niet belast zijn.
Arbitrage-activiteiten wél belastbare inkomsten
Voor het oordeel van de rechtbank dat in dit geval wel sprake was van belastbare inkomsten, zie met name wat de rechtbank onder 9.7 opmerkt:
- het grote aantal handelstransacties via Localbitcoins (ca 14.000);
- de geïnvesteerde tijd en aandacht;
- parallelle handelstransacties via Bitstamp;
- het aanzienlijke handelsvolume aan cryptovaluta;
- het structureel behalen van winst met de handelstransacties;
- dat de markt toen relatief jong was (zodat je snel (extra) deskundig was);
- diens bovengemiddelde interesse in, kennis van en ervaring met cryptovaluta;
- het hanteren van verschillende aan- en verkoopprijzen in advertenties op handelsplatforms, waardoor X kon profiteren van (soms flinke) prijsverschillen.
Wat X deed, oordeelt de rechtbank, komt neer op arbitrage (winst behalen uit prijsverschillen).
Geen boete omdat de regels onduidelijk waren
Beleggen in crypto levert alleen belastbaar inkomen op wanneer iemand met extra arbeid, dus bovenop beleggingsactiviteiten, vaak extra inkomsten verdient. Zonder nadere toelichting kan niet worden verwacht dat iemand weet wat ‘extra arbeid’ precies is en wat het verschil is met ‘beleggingsactiviteiten’. De grens tussen wat ‘meer dan normaal en actief’ vermogensbeheer inhoudt, is zeker bij beleggingstransacties niet makkelijk te trekken. Daarom oordeelt de rechtbank dat het verdedigbaar was om deze resultaten behaald met de handel in cryptovaluta niet als belaste inkomsten op te geven.
Bronnen:
* Rechtbank Noord-Nederland 4 april 2024, ECLI:NL:RBNNE:2024:1216
* Handelaar cryptovaluta heeft pleitbaar standpunt voor ontbrekende transactienummers