Leidt een onrechtmatigheid in de selectie tot een onrechtmatige belastingaanslag? Oftewel: leidt een #vergiftigde selectie tot een vergiftigde aanslag die vernietigd moet worden?
Deze vraag stelt Advocaat-Generaal Niessen zich in zijn advies aan de Hoge Raad.
“Gesteld dat van een onrechtmatige selectie sprake is, brengt deze dan mee dat de belastingaanslag dat ook is?”
De A-G stelt vast dat zonder de onrechtmatige selectie - het vinkje op de #fraudelijst Project 1043/FSV (de ‘#Fraude #Signalering Voorziening’) - de aanslag niet op deze manier zou zijn opgelegd. Met andere woorden: er is een oorzakelijk (causaal) verband tussen het vinkje en de aanslag.
Daarom beantwoordt de A-G zijn eigen vraag bevestigend: de onrechtmatige selectie leidt tot een onrechtmatige aanslag. Alle acties die volgen uit deze selectie moeten worden ‘genegeerd’:
“Het al dan niet beantwoorden van vragen door de belastingplichtige en de eventuele inhoud van die antwoorden kunnen niet in aanmerking worden genomen bij het opleggen van diens belastingaanslag(en). Dus dienen de desbetreffende belastingaanslagen te worden verminderd voor zover zij daarop stoelen.”
- https://www.taxence.nl/nieuws/a-g-stop-controle-na-onterechte-plaatsing-op-fraudelijst
- Zie voor de volledige conclusie: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:PHR:2021:617, met name de § 5.5-5.9 en 5.39-5.41.
Fragmenten uit: Conclusie R.E.C.M. Niessen, 17 juni 2021, Nr. 20/02304:
[§ 5.5 e.v.]
Leidt een onrechtmatigheid in de selectie tot een onrechtmatige belastingaanslag?
[§ 5.6]
“Gesteld dat van een onrechtmatige selectie sprake is, brengt deze dan mee dat de belastingaanslag dat ook is? De selectie is een handeling die direct betrekking heeft op de belanghebbende. Verder staat vast dat zonder de selectie de belastingaanslag niet of niet tot het vastgestelde bedrag zou zijn opgelegd.58 De onrechtmatigheid (een selectieregel of een ‘vinkje’) bewerkstelligt dat de inspecteur onderzoek verricht (of dat de kans op een dergelijk onderzoek groter wordt). De onrechtmatigheid die in de selectie schuilt, voert dus tot het onderzoek dat de inspecteur verricht en vervolgens in voorkomende gevallen tot een hogere belastingaanslag. Tussen selectie, onderzoek en (verhoogde) aanslag bestaat dus een causaal verband.59 Zie tevens onderdeel 4.22: wanneer geen selectieregel van toepassing is, wordt de aanslag conform aangifte opgelegd.”
[§ 5.7]
“Het bewijs dat leidde tot verhoging van de aanslag, berust in die gevallen dus op een onrechtmatige grondslag. (…)”
[§ 5.9]
“De eerste vraag moet dus in beginsel bevestigend worden beantwoord.”
[§ 5.35 e.v.]
Gronden voor klachten: bestaat voor Project 1043/FSV een wettelijke basis?
[§ 5.39]
“de Strafkamer van de Hoge Raad [acht] slechts in een beperkt aantal gevallen bewijsuitsluiting geboden (…) In strafrechtelijke zaken is steeds een derde partij: de gelaedeerde ofwel het slachtoffer, betrokken. Voor deze persoonlijk betrokken partij is het moeilijk te verteren wanneer voorhanden bewijs van het delict van tafel verdwijnt. In het belastingrecht is niet sprake van een slachtoffer in de bedoelde zin, terwijl anders dan in grote delen van het overige bestuursrecht ook geen derde-belanghebbende bestaat. Zonder het belang van de staat te willen negeren moet worden vastgesteld dat daarmee de impact van bewijsuitsluiting in belastingzaken geringer is dan in relatie tot vele delicten uit het commune strafrecht.”
[§ 5.41]
“Het gevolg van de zojuist getrokken conclusie is dat acties van de Belastingdienst (zoals het stellen van vragen over een ingediende aangifte) die voortvloeien uit de selectie van een belastingplichtige door toepassing van Project 1043/FSV, moeten worden genegeerd. Het al dan niet beantwoorden van vragen door de belastingplichtige en de eventuele inhoud van die antwoorden kunnen niet in aanmerking worden genomen bij het opleggen van diens belastingaanslag(en). Dus dienen de desbetreffende belastingaanslagen te worden verminderd voor zover zij daarop stoelen.”